De turbulentie in de actuele politiek is ongekend. Donald Trumps herverkiezing is één grote wraakoefening. De Duitse coalitie valt in heftige onderlinge verwijten uiteen en verzwakt de EU. En het kabinet-Schoof vertoont steeds meer haarscheurtjes. De 'vier pizzaslices' lijken zelfs niet meer samen in één doos te willen zitten.
Alle reden, vinden Jaap Jansen en PG Kroeger, om even adem te halen en van enige afstand te analyseren wat hier gaande is. Want een kabinet waarvan staatssecretaris van Integratie Jurgen Nobel ‘een groot deel van de islamitische jongeren’ tot vijand van de samenleving uitroept, heeft alle reden om tot bezinning te komen.
***
Deze aflevering is mede mogelijk gemaakt met donaties van luisteraars die we hiervoor hartelijk danken. Word ook vriend van de show!
Deze aflevering bevat een advertentie van Lendahand.com. Gebruik de code BETROUWBAREBRONNEN500 tijdens het afrekenen van je eerste investering om de garantie te activeren. De code is geldig tot en met 31 december 2024. Lendahand staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten.
Heb je belangstelling om in onze podcast te adverteren of ons te sponsoren? Zend een mailtje naar
[email protected] en wij zoeken contact.
Op sommige podcast-apps kun je niet alles lezen. De complete tekst plus linkjes en een overzicht van al onze eerdere afleveringen vind je hier
***
In de geschiedenis is de fase van 'de eerste honderd dagen' van een nieuwe regering een iconisch begrip geworden. Maar het is nog geen 100 jaar oud. De oorsprong is een radiopraatje.
Op 24 juli 1933 vertelde gloednieuw president Franklin Delano Roosevelt dat hij na een drie maanden lange wervelwind aan wetten, maatregelen en investeringsimpulsen ‘a mental picture’ wilde schetsen van zijn strategie daarbij. En zo werd 'The First 100 Days' een van de vele innovaties van politiek en bestuur waar FDR en zijn New Deal hun stempel op drukten. Donald Trump lijkt de start van zijn tweede termijn daar direct aan te ontlenen, heel anders dan in 2016.
FDR werd sowieso de gouden standaard van daadkracht, durf, ongeremde energie en politiek machiavellisme van de buitencategorie. Zijn jeugdige opvolger in 1961, John F. Kennedy, was de eerste die ook zo'n 100 dagen-strategie ambieerde. PG vertelt in welk drijfzand en chaos Kennedy terecht kwam. Wellicht een schrale troost voor Dick Schoof.
Ook in Duitsland kent de historie zo'n veelbelovend begin van een nieuwe leider. Willy Brandt heette niet voor niets 'de Duitse Kennedy'. Hoe hij zijn regering van jonge doeners na de lange jaren van de stokoude, autoritaire staatsman Konrad Adenauer startte, is politiek zeer leerzaam.
In ons land liet Ruud Lubbers zien hoe je dat doet. Hij kon zijn strakke, lange termijn saneringsagenda met panache brengen, niet in het minst doordat de polder eieren voor zijn geld koos met het Akkoord van Wassenaar. PG vertelt hoe op het ministerie van Onderwijs de ambtelijke top niet meteen voor waar wilde aannemen, dat hun minister toch echt geheel in die geest van Lubbers zou gaan regeren.
Schoofs eerste 100 dagen waren ongekend turbulent en stuurloos. Maar de premier zelf mag je daar niet als eerste verwijten over maken. Hij is de aanvoerder zoals de fractieleiders – Geert Wilders en Pieter Omtzigt voorop – zich die voorstelden. De anti-Rutte, de non-Lubbers.
De fictie van ‘een extraparlementair kabinet’ maakte de partijloze premier nog ernstiger geïsoleerd. Zijn kabinet begon met vakantie, Olympische juichmomentjes en een geheel ondoorzichtig proces van het schrijven van een regeerprogramma, dat niet van de vier fracties zou zijn. Precies het omgekeerde van de aanpak van FDR of Lubbers.
Verwarrender was daarbij dat het kabinet hoopte te beginnen als een harde correctie van daadkracht op de financiële puinhopen die Mark Rutte, Wopke Hoekstra en Sigrid Kaag zouden hebben achtergelaten. Het tegendeel bleek het geval. De begroting en economische ontwikkeling waren opbeurender dan iederee