Description
In de nacht van 3 of 4 juli 1812 loopt Beethoven toevallig een oude bekende tegen het lijf : de 'onsterfelijke geliefde’. Een dag later schrijft hij haar een passionele liefdesbrief… die hij echter nooit zal verzenden. Tot op vandaag is het gissen naar de identiteit van deze vrouw, maar Jan Caeyers heeft wel een sterk vermoeden. De aantekeningen in Beethovens dagboek doen vermoeden dat hij weer door een diepe existentiële crisis gaat. In december van 1813 beleeft Beethoven één van de grootste successen uit zijn professionele carrière : zijn gelegenheidscompositie ‘Wellingtons Sieg’ speelt handig in op de patriottische en nationalistische sentimenten van de Weense bevolking. Zelfs de aristocraten krijgen er tijdens het Congres van Wenen maar niet genoeg van. Ook een herwerkte versie van Beethovens opera Fidelio verovert alle Europese operahuizen. Beethoven is op het hoogtepunt van zijn roem. Alleen op familiaal vlak zit de wind niet mee. Wanneer in 1815 zijn dierbare broer Kaspar Karl overlijdt, eist hij het voogdijschap op over zijn minderjarig neefje Karl. Het is een verantwoordelijkheid die hem nog heel wat kopzorgen zal bezorgen…